wiskunde 1.6.3/1.6.4
deze oefeningen los ik op met de discriminant en dan x1 aan kwadraat van x2 gelijk stellen. dit is echter een zeer omslachtige methode die veel tijd vraagt. Ik vroeg me dus af of deze oefeningen ook korter kunnen?
deze oefeningen los ik op met de discriminant en dan x1 aan kwadraat van x2 gelijk stellen. dit is echter een zeer omslachtige methode die veel tijd vraagt. Ik vroeg me dus af of deze oefeningen ook korter kunnen?
Deel eerst de vergelijkingen zodat x² coëfficient 1 heeft. Vervolgens weet je dat (x1)²=x2
Dat kan je ook schrijven als x1=b en x2=b²
Vervolgens: (x-b)(x-b²)=0 en uitwerken (x² (-b -b²)x +b³ . Zie verder naar de som en product methode.
Datum: 2016-08-19 15:06:23 -0500
Aantal keer gelezen: 138 keer
Laatst gewijzigd: Aug 19 '16