Chemie: 2016-17 opgave 4.28
Ik kan niet zo goed uit aan alle gegevens die hier gegeven staan en wanneer we welke moeten gebruiken. Kan iemand mij uitleggen hoe je het beste aan zo een oefening begint?
Ik kan niet zo goed uit aan alle gegevens die hier gegeven staan en wanneer we welke moeten gebruiken. Kan iemand mij uitleggen hoe je het beste aan zo een oefening begint?
Bedoeling is dat je X ml van de waterstofchlorideoplossing met concentratie Y aanlengt met water (= verdunnen) om 500 ml (= V2) van een 2M (= c2) HCl-oplossing te bekomen. Hiervoor zou je de vergelijking c1.V1 = c2 . V2 kunnen gebruiken. Om V1 te kunnen berekenen dienen we uit de gegevens eerst c1 te bepalen. De HCl-oplossing heeft een dichtheid van 1,18g/ml en de oplossing bevat 38% HCl. Hiervoor bepaal je eerst hoeveel gram HCL er in één liter van de gegeven oplossing aanwezig is. Gebruik makend van de MM van HCl bereken je het aantal mol. Het aantal mol per liter is de concentratie van HCl in de startoplossing en is dus c1. Met nu drie van de vier elementen uit onze vergelijking gekend kan je het vierde bepalen. Zo vindt je V1 = aantal ml van de HCl-oplossing.
Datum: 2017-06-25 08:29:08 -0500
Aantal keer gelezen: 59 keer
Laatst gewijzigd: Sep 03 '17