chemie hetero atomen
Bij chemie, vragen 10-03 en 10-04 wordt er gevraagd naar heteroatomen. Ik weet wat het zijn het zijn atomen , anders dan c en h die in een koolstofverbinding op de plaats van een c staan. Maar toch snap ik niet hoe je ze dan moet tellen ? Want bij 10-4 (antwoord is 3) zie ik bijvoorbeeld al 5 stikstoffen, waarvan 1 deel uitmaakt van een amine.En 1 chloor en 2 O's die geen deel uitmaken van een dubbele binding. Welke moet ik hier tellen?
En welke bij 10-3, waarop moet ik me baseren, want het is duidelijk dat het niet gewoon de 'vreemde' stoffen tellen is.