Volgens mij is het antwoord C: er is een fluxverandering, dus ook een stroom: $\Delta \phi = \Delta(B\cdot A)$. B is constant, dus wordt de formule: $\Delta \phi = B\cdot \Delta A$.
Om de zin van de stroom te bepalen, volgen we de regel van Lenz: de oppervlakte wordt telkens kleiner, dus er is telkens minder flux in het blad. De indusctiestroom gaat dit dan tegenwerken door in de zin te lopen die een megnetisch veld induceert dat in het blad gaat. Als je dit met de kurkentrekkerregel doet, zie je dat de stroom in wijzerzin zal lopen.
Om te bepalen of de stroom al dan niet versterkt/afzwakt: kijken we naar de flux-verandering. De staaf beweegt constant, dus er zal telkens evenveel verandering in oppervlakte zijn. Dus $\Delta A$ zal telkens hetzelfde zijn. En aangezien $\Delta \phi = B \cdot \Delta A$, zal je telkens een even grote flux-verandering hebben en zal de stroom constant zijn.
Let op: een constante flux zorgt voor geen stroom, een constante flux-verandering zorgt voor een constante stroom.
Dit is hoe ik het zie. Ik hoop dat ik juist ben en geen onzin zit te vertellen. Hopelijk zal iemand van Rebus me verbeteren als ik fout ben.
kan je miss een foto van de vraag posten ik vind hem niet
Adara ( 2017-06-29 03:02:04 -0500 )editIk denk dat er wel inductiestroom is want flux daalt toch
Adara ( 2017-06-29 04:02:08 -0500 )editDe flux daalt inderdaad (B constant maar A daalt), maar voor de inductiespanning gaat het om de fluxverandering! (de afgeleide)
Yves@REBUS ( 2017-06-29 04:31:37 -0500 )editYves sorry ik kan niet volgen, is het antwoord A?
Adara ( 2017-06-29 04:57:46 -0500 )editflux daalt om, onze geïnduceerde B heeft zelfde zin als B oorspronkelijk. B' gaat dus ook in het blad. Maar we zijn geïnteresseerd in stroom. Wat heeft flux daling als gevolg op stroom die door R loopt?
Adara ( 2017-06-29 04:59:40 -0500 )edit