Chemie 2010-juli vraag
Ik dacht dat de PH van de oplossing 2 was omdat ze zeggen dat de waterstofionenconcentratie gelijk is aan 10^-2, maar het antwoord zou 4 zijn. Hoe los je dit dan op?
Alvast bedankt
Ik dacht dat de PH van de oplossing 2 was omdat ze zeggen dat de waterstofionenconcentratie gelijk is aan 10^-2, maar het antwoord zou 4 zijn. Hoe los je dit dan op?
Alvast bedankt
Het is dus situatie <f> en we moeten de formule van verdunnen toepassen.
C1 x V1 = C2 x V2
10^-2 mol/l x 10 x 10^-3 liter = C2 x 1 liter
--> C2 = 10^-4 mol/l en dat is de [H+]
pH = - log [H+] = -log 10^-4 = 4
Je voegt 1 liter water toe hoe kan het dan ph 2 hebben? Snap je wat ik bedoel je verdunt het Ph=-log (H+) (H+)= 10^-4mol/1,01l dus eigenlijk gwn 10^-4 wat ph=4 geeft
We gaan er van uit dat het een sterk zuur betreft. Je kan de opgave dan lezen als 'Aan 10 ml van een sterk zuur HA, (dat in water volledig is gedissocieerd) met een waterstofionenconcentratie van 10^-2 mol/liter (en dus pH = 2) wordt 1 liter water toegevoegd (waarbij dus 100 maal wordt verdund en de concentratie 100 maal verlaagd tot 10^-4). Hoeveel bedraagt de pH van de oplossing dan? Dus 4. Je hoeft dus eigenlijk niets te berekenen maar de vraag goed lezen, analyseren en beredeneren. Zoals reeds aangehaald kan grondig vraaglezen het uitwerkproces vergemakkelijken, versnellen, ...
Hoe los je dit op ?
1) Lees de vraag goed
2) Ga na zoals we in de begeleiding hebben gezien over welke situatie het hier gaat?
a) sterk zuur / sterke base
b) zwak zuur / zwakke base
c) Bufferoplossing
d) worden er stoffen met dezelfde eigenschappen samengevoegd?
e) worden er stoffen met verschillende eigenschappen samengevoegd (een zuur met een base)?
f) of is er sprake van het verdunnen of aanlengen van de oplossing
Voor elk van deze situaties hebben we een oplossingsmethodiek gezien.
Geef maar even aan wat je als oplossing hebt gevonden. Post je uitgewerkt antwoord maar op de site.
Datum: 2017-08-07 11:30:56 -0500
Aantal keer gelezen: 330 keer
Laatst gewijzigd: Sep 03 '17