Simulatie-examen Vraag 6 Chemie
Ik hermaakte vraag 6 over elektrolyse van het simulatie examen maar geraakte er niet uit. Ik had in de les gezien dat voor elektrolyse het omgekeerde geldt dan voor een galvanische cel namelijk dat je bij elektrolyse de oxidator met de kleinste reductiepotentiaal moet gebruiken en de reductor met de grootste reductiepotentiaal (wat dus het omgekeerde is van wat er bij een spontane reactie gebeurt). Als ik dit vervolgens toepas op de oefening dan zie ik dat je voor de reductie enkel kan kiezen uit Cu2+ of H2O (O2 zit immers niet in de oplossing). Als ik bijgevolg naar de reductiepotentialen kijk dan is de potentiaal van H2O (0V) kleiner dan die van Cu2+ (34V) en zou ik dus H2O als oxidator nemen. Hetzelfde doe ik voor de oxidatie: H2 zit niet in de oplossing, en de reductiepotentiaal van H2O (76V) is groter dan die van Cu (34V). Bijgevolg zou ik H2O als reductor kiezen. Ik bekom echter niet het juiste antwoord. Wat doe ik fout?