vraag 12 bio TAT juli 2015
hallo, ik weet maar niet hoe je aan 1/4 komt bij deze vraag van het vorige toelatingsexamen. Ik bekom altijd 1/2, zou iemand kunnen helpen? Dit is de vraag: Bij bijen ontstaan koninginnen en werksters (vrouwelijke individuen) uit bevruchte eitjes, terwijl de darren (mannelijke bijen) zich ontwikkelen uit onbevruchte eitjes. Als werksters vrouwelijke larven voeden met speciaal voedersap (koninginnenbrij) dan groeien die larven uit tot koninginnen. Zonder deze koninginnenbrij ontstaat uit een vrouwelijke larve een werkster. Werksters zijn onvruchtbaar, maar koninginnen en darren kunnen geslachtscellen vormen. Een koningin, heterozygoot voor twee onafhankelijke fenotypische eigenschappen wordt bevrucht door een dar met het fenotype van de recessieve allelen. De twee betrokken genen (loci) zijn niet gekoppeld. Bereken de kans dat een werkster uit deze kruising dezelfde fenotypische eigenschappen vertoont als de dar. danku!